donderdag 15 maart 2018

Jongeren over rouwen wereldwijd


De leerlingen kregen tijdens de godsdienstles als taak om rouwrituelen wereldwijd onder de loep te nemen. Het meest waardevolle aan deze interactieve groepsopdracht was de klassikale nabespreking.

De leerlingen dachten na over volgende vragen:

   1) Wat vind je goed / minder goed aan onze eigen rouwaanpak?

We vinden het goed dat we de keuze hebben tussen begraven en cremeren. Het bezoeken van het graf en dit versieren met bloemen en kaarsen houdt de dode nog iets dichter en tastbaarder bij ons. We willen graag de tijd om met respect en in alle discretie - zonder al te veel praktische rompslomp - te kunnen rouwen. Hierbij maken we gebruik van de hulp van een uitvaartbedrijf.

De meeste leerlingen vinden dat afscheid nemen in intieme kring moet gebeuren, mensen die je nauwelijks of niet kent, hoeven er niet per se bij. We vinden het fijn als er een persoonlijke toets aan onze tradities wordt toegevoegd, zoals een foto, een tekst of een lied.

Het loslaten van de doden lukt ons wat minder goed. Sommige leerlingen vinden het lachen op de koffietafel ongepast, terwijl anderen vinden dat naast een traan ook een lach hoort. Met het uitstrooien van de as op zee hebben sommige leerlingen het ook moeilijk, je bent dan onvindbaar, je bent echt weg... Loslaten is een les die moeilijk te leren valt.

Na een tijdje kwamen we tot het besef dat we onze aanpak meestal zo goed vinden omdat die zo vertrouwd is. Tijd om even onze eigen bril af te zetten en ons blikveld even open te trekken.



   2) Wat kunnen we van andere levensbeschouwingen leren?

In andere levensbeschouwingen is het vaker de gewoonte om de bejaarden en de zieken zelf te verzorgen. De doden worden ritueel gewassen door familieleden. Mensen waken en bidden bij het lichaam van de overledene. Joden nemen bij de begrafenis drie keer een schep aarde en gooien die eigenhandig op de kist. De spade wordt niet doorgegeven, afscheid nemen moet je zèlf doen. De oudste zoon steekt bij de crematie van zijn overleden vader zelf het vuur aan volgens de traditie van het Hindoeïsme. Wij geven vaak veel uit handen. Zèlf rituelen uitvoeren kan nochtans best helend werken.

De Mexicaanse animisten vieren het feest van de doden op 1 en 2 november. Deze fiësta gaat er bijzonder vrolijk aan toe. De overleden zielen worden hartelijk ontvangen met muziek en veel zoet door hun familieleden. De dood was voor de Azteekse voorouders niet het einde maar een nieuw begin en maakt zo een volwaardig deel uit van het leven zelf. Rouwrituelen worden er niet weggemoffeld onder een laagje discretie maar uitbundig en zonder angst of terughoudendheid uitgevoerd.

Wij mogen best een positievere en meer open kijk hebben op de dood, zo vonden flink wat leerlingen. Bij afscheid hoort niet alleen verdriet, maar ook dankbaarheid. Gelovigen en zinzoekers voelen zich gesterkt door vertrouwen en geloof dat de dood niet het einde is, of zinloos.

Het was fijn om de leerlingen te horen praten over een onderwerp dat normaal in de taboesfeer blijft hangen. Ook van hen valt veel te leren!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten